Flebitis wordt ook wel tromboflebitis of oppervlakkige veneuze trombose genoemd. Flebitis betekent letterlijk aderontsteking. Deze ontsteking leidt tot een reactie in de vaatwand. En die reactie leidt weer tot een plaatselijke stolling van het bloed. Wanneer er spake is van een ontsteking met een stolling (bloedpropje) spreekt men van een tromboflebitis. ‘Trombo’ betekent stolling of bloedprop, ‘fleb’ betekent vat of ader en ‘itis’ betekent ontsteking.
“Flebitis betekent aderontsteking”
Tromboflebitis en trombose
Het woord tromboflebitis doet misschien denken aan trombose. Beide ziektebeelden lijken ook veel op elkaar. Je zou kunnen zeggen dat trombose een soort tromboflebitis is. Alleen bij trombose zit de stolling (het bloedpropje) op een heel andere plek in het lichaam.
Wanneer door een beschadiging of door trage bloedcirculatie een stolsel in een oppervlakkige ader ontstaat en dit leidt tot een reactie dan noemen we dit tromboflebitis.
Wanneer een stolsel in een diepe ader ontstaat en dit leidt tot een reactie wordt dit trombose genoemd.
Met flebitis bedoelen we dus processen en ontstekingen in aders die oppervlakkig liggen. Deze aders zijn wel van belang voor het lichaam maar niet van wezenlijk belang voor de afvoer van het bloed vanuit het been naar het hart.
Bij trombose spreken we over een diepe veneuze trombose of diep veneuze trombose. Het gaat om een diep gelegen vat dat essentieel is voor het vervoer van het bloed naar het hart.
Dus bij zowel trombose als bij tromboflebitis gaat het om een verstopping in een ader. Deze verstopping ontstaat vaak door een lokale ontsteking of door een trage bloedcirculatie.
Wanneer er sprake is van trombose zit het probleem in een diep gelegen ader. Een ader die van wezenlijk belang is voor de afvoer van het bloed uit het been.
Symptomen van flebitis
De symptomen van een flebitis betreffen meestal een pijnlijke, harde, rode zwelling aan de oppervlakte van het been. Vaak begint het met een onaangenaam, rood plekje. Dit is de ontsteking in de ader waarna zich een bloedpropje kan vormen (een plaatselijke trombose in de ader). Op grond van die trombose krijg je ontstekingsverschijnselen. Bij een ontsteking kun je denken aan een pijnlijke, harde plek met warmte en roodheid. Ook kan er lokaal zwelling optreden. Bij een ontsteking zijn er geen bacterien in het spel zoals bij een infectie.
Soms kun je het onderscheid niet helemaal maken tussen een forse muggensteek en een flebitis. Maar wanneer iemand flinke spataders heeft en in één van die spataders zit een harde plek moet je zeker denken aan flebitis. Ook na een spataderbehandeling is er kans op een flebitis. Bij een spataderbehandeling wordt er door inspuiting of met behulp van hitte bewust een beschadiging of een ontsteking gecreëert waarna de ader gaat reageren.
Hoe ontstaat een flebitis
Na een spataderbehandeling
Een flebitis ontstaat door een beschadiging aan een ader en kan zich ontwikkelen na een spataderbehandeling. Tijdens de behandeling van de spatader wordt er bewust een ontsteking gecreëerd bijvoorbeeld door de inspuiting van een irriterende vloeistof. Deze ontsteking leidt tot de gewenste verkleving en stolling. De verkleving zorgt voor de afsluiting van de zieke ader. Op deze manier maakt de arts dus met opzet een oppervlakkige tromboflebitis. De behandeling kan ook met hitte, lijm of foam, het principe blijft hetzelfde: de ader wordt geirriteerd waarna deze gaat verkleven.
Wanneer je na een spataderbehandelig denkt dat je een aderontsteking hebt hoort dit dus eigenlijk bij het verloop van de behandeling. Een flebitis na een spataderbehandeling kan een goed teken zijn. De ontsteking versnelt het proces.
Ook in de zijtakken van de behandelde spatader kan een flebitis ontstaan. Wanneer de oorzaak van de spatader is weggenomen en de zieke ader is afgesloten stroomt er minder bloed naar de zijtakken van deze ader. De verminderde bloedtoevoer kan er voor zorgen dat het bloed in de zijtakken gaat stollen waarna ook hier een aderontsteking kan ontstaan.
Ontwikkel je geen flebitis na een spataderbehandeling dan zal de spatader in de loop van de tijd gewoon kleiner worden. Het proces neemt dan wat meer tijd in beslag.
Door een trage bloedcirculatie
Een flebitis kan zich ook ontwikkelen door een te langzame bloedcirculatie. Door de trage bloedsomloop (bijvoorbeeld bij spataders) kan er stolling en dus een flebitis ontstaan. Of wanneer een strakke compressiekous een spatader beknelt. Door de spatader stroomt het bloed toch al langzaam en omdat de kous afknelt stroomt het bloed nog minder door. Hoewel het niet vaak voorkomt is er overal waar het bloed stilstaat een kans dat het gaat stollen. In principe kan zich dan een flebitis ontwikkelen. Zorg er altijd voor dat compressiekousen niet knellen en leg het been hoog zodat het bloed gemakkelijk naar het hart kan stromen.
Wanneer je hele dikke spataders op het been hebt dan weet je dat het bloed heel erg langzaam stroomt. Hoe dikker de spatader en hoe meer je in dezelfde posititie staat of zit, hoe minder goed het bloed doorstroomt. Deze omstandigheden maken de kans groter dat er een stolsel ontstaat. En met het stolsel ontstaan de ontstekingsverschijnselen. Het stolsel is vaak een teken van een dermate trage bloedstroom dat het bloed op een gegeven moment stilstaat en dus gaat stollen.
Bij bloedstollingsstoornissen
Wanneer je jezelf snijdt en je hebt een wond dan stopt het bloeden op een gegeven moment vanzelf. Dit komt doordat eiwitten en bloedplaatjes aan elkaar plakken. Op deze manier vormt zich een bloedstolsel, een korst. Een normale stolling is belangrijk omdat het ervoor zorgt dat de wond kan genezen. Het bloed mag natuurlijk niet stollen wanneer het zich normaal door het lichaam beweegt. Als bloed de neiging heeft te snel te stollen, wordt dit trombofilie genoemd. Trombofilie kan verschillende oorzaken hebben. Bij trombofilie kunnen bloedstolsels gevormd worden die vervolgens kunnen gaan ontsteken, er ontwikkelt zich een flebitis.
Is een flebitis gevaarlijk
Een tromboflebitis in het opervlakkige systeem is, voor zover we nu weten, niet gevaarlijk. Je zou misschien kunnen denken dat een stolsel in een ader zich zou kunnen verplaatsen naar de grote circulatie. En dit zou kunnen leiden tot een embolie. In de praktijk is het zo dat een bloedpropje in een oppervlakkige ader meestal niet gevaarlijk is. Dat blijft vast zitten en zal niet zo snel losraken of zich verplaatsen. Maar in theorie kan iets wat in een ader zit (of het nou een bloedpropje is of iets anders) zich verplaatsen naar de grote circulatie.
Moet ik met een tromboflebitis naar de dokter
Dit is verstandig om wel te doen. De dokter kan de diagnose stellen en de patient eventueel geruststellen. De dokter kan in beeld brengen of het inderdaad een tromflebitis is en of het in een oppervlakkige ader zit.
Wanneer een stolling zich in een diepe ader bevindt is er meestal geen sprake van de hierboven beschreven symptomen (een pijnlijke, rode, harde plek). Bij een stolling in een diepe ader zal het been opzwellen en dik worden. Dit komt omdat het om de essentiele bloedafvoer van het been gaat. Aders die meer aan de oppervlakte liggen voeren wel wat bloed af, maar niet zo veel. Als zo’n ader dicht gaat zitten dan zul je daar niet veel van merken met betrekking tot de bloedafvoer van het been. Wanneer het gaat om een stolsel in de hoofdleiding (dus diep gelegen) dan wordt het been dik.
Wat doet de arts
Bij een oppervlakkige tromboflebitis zal de arts over het algemeen twee dingen doen. Er zal iets aan de symptomen gedaan worden, dus er zal iets gedaan worden om de ontsteking te remmen. Dit zal meestal bestaan uit het voorschrijven van medicatie. Dat kan bijvoorbeeld Ibuprofen zijn. Verder zal hij een elastische kous aanraden om de doorbloeding te verbeteren.
Risicofactoren bij flebitis
Wanneer je dikke spataderen hebt of wanneer je een chronische ziekte of een kwaadaardige aandoening hebt bevind je je in een risicogroep. Je hebt een grotere kans op de ontwikkeling van een tromboflebitis. Een plotseling optredende aderontsteking kan een reden zijn om direct een afspraak bij de dokter te maken. Het is belangrijk in beeld te krijgen of de ontsteking geen teken is van een onderliggend lijden. Het beeld ‘Tromboflebitis Migrans’ betekent: het van de ene plek naar het andere plek verplaatsen van een ader ontsteking. Je krijgt iedere keer op een andere plek op het been een aderontsteking. Wanneer dit gebeurt is actie gewenst. Het kan zijn dat het een teken is van een onderliggende aandoening bijvoorbeeld op gynaecologisch gebied.
Wat kan ik zelf doen bij een flebitis
Bij een aderontsteking kun je:
Een NSAID gebruiken (bijvoorbeeld Ibuprofen tegen de ontsteking (zie dosering op de verpakking)
Elastische kousen dragen
In beweging te blijven om de doorbloeding te verbeteren
Je been hoog leggen bij zitten en slapen zodat de afvloed van het bloed naar het hart goed is
Een afspraak bij de dokter maken.
Wanneer sprake is van een tromboflebitis kan de ontsteking zich uitbreiden naar andere aders. Als je lokaal veel last hebt kun je de plek koelen met een coolpack. Zonder verdere complicaties kun je ervan uitgaan dat de ontsteking binnen één tot twee weken wegtrekt.