Een trombosebeen is een medische aandoening die wordt veroorzaakt door de vorming van een bloedprop in één of meer van de diepe aders in het been. Een trombosebeen kan ernstige gevolgen hebben. Het bloedstolsel kan losraken en zich naar je longen verplaatsen, wat kan leiden tot een levensbedreigende longembolie. Daarom is het belangrijk om de symptomen van een trombosebeen te herkennen en snel actie te ondernemen om verdere complicaties te voorkomen.
Wat is trombosebeen?
Een trombosebeen wordt veroorzaakt door een bloedprop (trombus) die zich heeft gevormd in een diepe ader in de benen. Het stolsel kan de normale bloedsomloop blokkeren, wat leidt tot zwelling en pijn.
Een bloedprop kan ontstaan doordat de bloedstolling (die er normaal gesproken voor zorgt dat het bloeden stopt bij een verwonding) wordt geactiveerd door bijvoorbeeld een te trage doorstroming van het bloed in de diepe aders van het been. Trombosebeen wordt ook wel diepe veneuze trombose of diep veneuze trombose genoemd.
Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken voor een trombosebeen, zoals langdurig zitten of liggen, bijvoorbeeld na een operatie of tijdens een lange vliegreis. Ook kan trombosebeen ontstaan bij zwangerschap, kanker, hormoontherapie en bepaalde erfelijke aandoeningen. Roken en overgewicht vergroten het risico op een trombosebeen.
Als er geen duidelijke oorzaak wordt gevonden, dan wordt in verband met mogelijke erfelijke afwijkingen aan de bloedstolling vaak aanvullend bloedonderzoek gedaan, bijvoorbeeld naar stollingsfactoren.
Symptomen
De symptomen van trombosebeen zijn onder andere pijn, zwelling, roodheid en warmte in het been. Het been kan ook zwaar aanvoelen en er kan sprake zijn van kramp.
Kan een trombose op andere plekken ontstaan?
Bij een trombosebeen zit het bloedpropje in een beenader. Maar er zijn ook andere plaatsen in het lichaam waar trombose kan ontstaan, zoals in de arm (trombose arm), in de hersenen (herseninfarct) of in het hart (hartinfarct).
Diagnose van trombosebeen
Als je arts vermoedt dat je een trombosebeen hebt, kan hij of zij na lichamelijk onderzoek aanvullend onderzoek (laten) doen om zeker te weten dat het om een trombosebeen gaat.
- Duplex-echografie: een niet-invasief onderzoek waarbij geluidsgolven worden gebruikt om de bloedstroom in je been te meten en eventuele bloedstolsels op te sporen.
- D-dimeer-test: een bloedtest die meet of er afbraakproducten van bloedstolsels in je bloed aanwezig zijn. Een hoog niveau van D-dimeer kan wijzen op een bloedstolsel, maar het kan ook worden veroorzaakt door andere aandoeningen.
- CT-scan of MRI: deze beeldvormende onderzoeken kunnen worden gebruikt om te zoeken naar tekenen van een longembolie of om de bloedstroom in je been te visualiseren.
Behandeling van trombosebeen
Als je een trombosebeen hebt, is het belangrijk om snel te starten met de juiste behandeling.
Antistollingsmiddelen
Zodra de diagnose duidelijk is, zal je arts starten met antistollingsmiddelen. Hiermee wordt voorkomen dat het stolsel groter wordt en dat er nieuwe stolsels ontstaan. Ook wordt hiermee voorkomen dat je een longembolie krijgt. Antistollingsmedicijnen worden meestal gegeven in de vorm van tabletten of (onderhuidse) injecties. Het is belangrijk om deze medicijnen nauwkeurig in te nemen. Bij een beperkte vorm van (kuit)trombose kan het zijn dat de arts alleen een compressiekous voorschrijft.
Zwachtels
Een trombosebeen kan door de stuwing flink zwellen. Om die zwelling te verminderen kan op het getroffen been een verband worden aangelegd. Het verband moet strak genoeg zitten om de zwelling te verminderen, maar niet zo strak dat het de bloedcirculatie afsluit. Inzwachtelen gebeurt meestal op de polikliniek Dermatologie. Je krijgt dan waarschijnlijk iedere week een nieuwe zwachtel totdat de zwelling vermindert. Daarna zal overgegaan worden tot een behandeling met steunkousen.
Elastische kousen
Elastische kousen of steunkousen zijn er in verschillende maten en drukklassen. Het is belangrijk om de juiste maat en drukklasse te dragen, zodat de kous goed past en de juiste druk uitoefent. Meestal zal een korte kous afdoende zijn. Het is belangrijk om het advies van je arts op te volgen en dat je de steunkous overdag altijd draagt (ook bij warm weer en op vakantie). Wanneer de verschijnselen ongewoon lang aanhouden kan controle met de duplex nodig zijn.
Chirurgische behandeling
In sommige gevallen kan een chirurgische behandeling nodig zijn. Bijvoorbeeld als de bloedstroom in het been ernstig belemmerd wordt. Een operatie kan ook nodig zijn bij dreiging van een longembolie of wanneer de bloedstroom niet voldoende herstelt na de behandeling met antistollingsmiddelen en elastische kousen.
Complicaties van trombosebeen
Een trombosebeen, kan leiden tot ernstige complicaties.
Post-thrombotisch syndroom
Een veelvoorkomende complicatie van trombosebeen is het post-thrombotisch syndroom. Dit syndroom ontstaat doordat het bloedvat beschadigd is geraakt door de trombose. Hierdoor kan het bloed minder goed terugstromen naar het hart, wat kan leiden tot ophoping van vocht in het been. In ernstige gevallen leidt dit tot een slecht genezende wond (open been).
Longembolie
Een andere complicatie van trombosebeen is longembolie. Dit ontstaat wanneer een bloedpropje losraakt en via de bloedbaan naar de longen wordt versleept. Hier kan het bloedpropje vast komen te zitten in een bloedvat en een bloedvat verstoppen. Dit kan leiden tot kortademigheid, pijn op de borst en soms flauwvallen.
Longembolie is een ernstige complicatie en kan levensbedreigend zijn. Daarom is het belangrijk om bij klachten die wijzen op longembolie direct medische hulp in te schakelen.
Preventie van trombosebeen
Als je eenmaal een trombose hebt gehad, maakt dat de kans groter dat je het opnieuw krijgt. Daarom is het belangrijk om maatregelen te nemen die een trombose kunnen voorkomen.
Preventieve maatregelen
Een gezonde leefstijl
Een gezonde leefstijl kan helpen om trombose te voorkomen. Zorg ervoor dat je gezond eet en voldoende beweegt. Vermijd ook het gebruik van stimulerende middelen zoals alcohol en tabak.
Draag compressiekousen
Als je een verhoogd risico hebt op trombose, kan het dragen van compressiekousen helpen om de bloedstroom te verbeteren en de kans op trombose te verkleinen.
Verplaats je regelmatig
Als je langere tijd stil zit, kan het bloed in je benen niet goed doorstromen. Probeer daarom regelmatig je benen te bewegen, bijvoorbeeld door af en toe op te staan en rond te lopen. Als je langere tijd moet zitten, probeer dan regelmatig je voeten te bewegen en je benen te strekken.
Medicatie
Als je een vehoogd risico hebt op trombose, kan je arts medicatie voorschrijven om de kans op trombose te verminderen.